Een mix van Aziatische - voornamelijk Indiase - dansmuziek met westerse stijlen. Oorspronkelijk werd de dansmuziek bhangra tijdens het oogstfeest gespeeld in de Indiaas-Pakistaanse regio Punjab. Vanaf de jaren zeventig wordt de muziek door de grote Indiase gemeenschap en Engeland vermengd met de muziek die daar populair is: eerst met rock, later met hiphop, r&b en dance. Deze fusie beperkt zich niet tot de bhangra alleen: ook andere muziek uit India, Pakistan en Bangladesh dienen ter inspiratie. Rapper Apache Indian en de bands Cornershop en Asian Dub Foundation ontstijgen de underground en dringen ook in Nederland door tot de hitparades. Van een andere orde, maar ook mateloos populair, zijn de musical-achtige soundtracks uit Indiase Bollywood-films.
Dé dancemuziek van de jaren zeventig en vroege jaren tachtig, ontstaan uit een kruisbestuiving van met name funk en Philly-soul. Disco is de eerste muzieksoort die speciaal gericht is op danspubliek. Het wordt gekenmerkt door een monotone, hypnotiserende en stuwende beat met een hoofdrol voor bas en hi-hat. Ook de synthesizer is vaak van belang, zoals in de zeer herkenbare producties van Giorgio Moroder. Het genre dook eerst op in de Amerikaanse homoscene. Aan de hand van artiesten als Barry White en Donna Summer (‘The Queen Of Disco’) schoof disco in de richting van de mainstream. De soundtrack van de Saturday Night Fever (1977) kwam uit op het hoogtepunt van de rage. Disco bleef populair in Europa, vooral dankzij Duitse (Frank Farian) en Italiaanse (Giorgio Moroder) producers. De Italianen verrijken de discowereld bovendien met de gladde italo-variant. De invloed van discoartiesten op hedendaagse dance-muziek is nog steeds aanwezig. Eens in de zoveel tijd maakt disco zelfs weer een comeback als dominant popgenre.