Terug naar boven

Playlist Boudewijn de Groot: Vergeten parels


  1. De morgen Boudewijn de Groot
  2. Vrijgezel Boudewijn de Groot
  3. Beneden alle peil Boudewijn de Groot
  4. Canzone 4711 Boudewijn de Groot
  5. Babylon Boudewijn de Groot
  6. Terug van weggeweest Boudewijn de Groot
  7. Kindermeidslied Boudewijn de Groot
  8. Wegen Boudewijn de Groot
  9. Of niet soms Boudewijn de Groot
  10. Zolang ik niet beweeg Boudewijn de Groot
  11. Vlucht in de werkelijkheid Boudewijn de Groot
  12. De roos Boudewijn de Groot
  13. Het land van koning Jan Boudewijn de Groot
  14. Metamorfose Boudewijn de Groot
  15. Pizza di chirico Boudewijn de Groot
lees meer
Tijdens 2 Meter Sessies On Stage in Den Haag (24 september) wordt het Boudewijn de Groot Oeuvreboek gepresenteerd. Schrijver Peter Voskuil schreef het lijvige werk in nauwe samenwerking met Nederlands bekendste bard en singer-songwriter Boudewijn de Groot zelf. Tijdens de 2 Meter-avonden vertelt De Groot hierover. Speciaal voor muziekweb.nl stelde Voskuil maar liefst twee playlists samen uit onze collectie.

In de tweede playlist zoekt hij naar enigszins vergeten, maar niet minder bijzondere nummers uit Boudewijn de Groots oeuvre:

Jaren werkte ik aan mijn geautoriseerde Boudewijn de Groot Oeuvreboek, dat in september 2023 bij Het Spectrum verschijnt. Ik leerde in die tijd iedere uithoek van zijn oeuvre kennen en kan inmiddels wel 100 De Groot-playlists maken: b-kantjes, composities voor anderen, Boudewijn als producer etc. Als het om de hits en succesnummers uit zijn solocarrière gaat, zijn vele samenstellers mij al voor geweest. Ik kies hier derhalve voor een playlist van vaak vergeten, maar daarom niet minder fraaie albumtracks.

De morgen, EP Boudewijn de Groot (1964)
Boudewijn zingt het lied in keurig Heemsteeds-Aerdenhouts-Bloemendaals; bekakter dan op deze EP zal hij nooit meer klinken. De tekst is achterhaald: wie heeft er anno nu nog een hospes of weet zelfs wat dat is? En toch mag ik hier graag naar luisteren.

Vrijgezel, LP Boudewijn de Groot (1966)
Tekstueel is Lennaert Nijgh in topvorm en ook muzikaal wordt hier een stap vooruit gezet: na de eerste hits kwam er budget voor orkestbegeleiding. In mijn boek vertelt Boudewijn dat hij er zelf ook na al die jaren nog tevreden over is.

Beneden alle peil, Voor de overlevenden (1966)
Tijdloos, universeel en met duivelse precisie rijgt Lennaert hier de zinnen aan elkaar in voorbeeldig Nederlands. In het arrangement zit een klavecimbel, wat in de jaren 60 als een hopeloos ouderwets instrument gold, maar ik denk dat dat misschien juist is wat deze opname zo volstrekt tijdloos maakt.

Canzone 4711, Picknick (1968)
Wat Boudewijn gemeen heeft met bijvoorbeeld The Beatles is dat hij allerlei muzikale stijlen door elkaar gebruikt. Dat geeft zijn oeuvre een veelzijdigheid die in Nederland niet vaak voorkomt en ervoor zorgt dat zijn platen niet snel vervelen. Hier gaat hij - schijnbaar moeiteloos - de jazzkant op. Vergeet ook niet naar de geniale tekst van Lennaert te luisteren.

Babylon, Nacht en ontij (1968)
En hier gaat Boudewijn dan juist weer de klassieke kant op, met hulp van een Mozart-achtig arrangement van ‘the late great’ Bert Paige. Lied waarin in ieder couplet een andere klinker centraal staat, met dus de wervelende strijkers als enige begeleiding.

Terug van weggeweest, Hoe sterk is de eenzame fietser (1973)
Uit de tijd dat platenartiesten na drie jaar zonder nieuw product met hun nieuwe plaat dan een ‘comeback’ heetten te maken. De eerste keer dat ik de op het lijf geschreven tekst van Lennaert en de heerlijk jengelende gitaar van sessiemuzikant Hans Hollestelle hoorde, was ik meteen verkocht. Voor mij is dit volwassen Nederpop van het hoogste soort.

Kindermeidslied, Hoe sterk is de eenzame fietser (1973)
Als Neil Young-fan val je al meteen voor de beat – trager en lazier kan hij haast niet gespeeld worden. Sluit je ogen en dit lied neemt je mee naar waar je maar wilt: lome zomermiddagen, kabbelende rivieroevers, traag drijvende wolken boven landschappen uit lang verdwenen tijden etc.

Wegen, Waar ik woon en wie ik ben (1975)
Heerlijk up tempo liedje, dat met zijn lengte van nauwelijks twee minuten iets heeft van een luchtig tussendoortje: misschien is dit wel de ultieme albumtrack uit deze playlist. Maar een filler zou ik dit toch niet durven noemen.

Of niet soms, Waar ik woon en wie ik ben (1975)
De gitaar klinkt al meteen geweldig vanaf de eerste seconde. Boudewijn begint vervolgens een soort retorische conversatie met de luisteraar, waarna de antwoorden komen in trefzekere pianonoten en onovertroffen orgeltonen… in mijn oren is dit een juweeltje.

Zolang ik niet beweeg, Van een afstand (1980)
Vintage Boudewijn dit. Ik bedoel dan de tokkel op de gitaar. Zo eentje waarop alleen hij het patent lijkt te hebben en die hij keer op keer moeiteloos uit zijn mouw lijkt te schudden. Ik hou verder ook van de manier waarop tekst (Herman Pieter de Boer) en de muziek (Boudewijn) hier een totale eenheid vormen.

Vlucht in de werkelijkheid, Maalstroom (1984)
Ik heb briefwisselingen van Lennaert en Boudewijn gelezen. ‘Kun je een lied schrijven over tot rust komen bij je geliefde?’ schrijft Boudewijn in 1984. En daar is deze tekst uit gekomen: Lennaert op zijn best. En wanneer Lennaert op zijn best is, kun je er bijna vergif op innemen dat Boudewijn dat vervolgens ook is bij het componeren.

De roos, Een nieuwe herfst (1996)
Een juweeltje, dat zomaar ineens opduikt tussen de struiken van Een nieuwe herfst. In mijn boek vertelt Boudewijn dat hij niet tevreden is met de zang en er daarom niet meer naar kan luisteren, maar ik heb daar dus geen last van.

Het land van Koning Jan, Het eiland in de verte (2004)
Georkestreerd pianolied over de liefde tussen een broer en een zus met een tekst van iemand (Lennaert Nijgh) die zelf nota bene geen zus had, net als ikzelf. Toch pakt en ontroert dit lied me. Mooi is ook de uitleg die Boudewijn erbij geeft in het boek.

Metamorfose, Achter glas (2015)
In essentie is dit Boudewijn die aan de piano door zijn fotoboeken bladert (je moet het maar kunnen). Een vragenstroom komt op gang en voor je het weet wervelt er een weergaloos lied door de straten van Haarlem zo de stad uit.

Piazza Di Chirico, Windveren (2022)
Donker, bijna hypnotisch pianonummer. Van het soort waarin Boudewijn de laatste jaren lijkt te grossieren, het ene vaak nog mooier dan het andere. De eerste keer dat Anja, Boudewijns vrouw, deze track hoorde, moest ze huilen en daarvoor valt iets mijns inziens te zeggen.

Samenstelling en tekst – Peter Voskuil
Vormgeving – Judith de Rond

2 Meter Sessies On Stage op 24 september in Beeld & Geluid Den Haag