Terug naar boven

Playlist+ Opera van de 20e Eeuw

De operacomponisten van de twintigste eeuw waren de erfgenamen van een glorieuze tijd. Mozart, Wagner en Verdi gingen hen immers voor. Maar helaas, de romantiek was voorbij. Een roerige eeuw vol nieuwe muzikale en artistieke expressie, vroeg om een nieuwe invulling van intiem psychlogisch drama.

  1. Gianni Schicchi ; O mio babbino caro Giacomo Puccini
  2. Pélleas et Mélisande ; Mes longs cheveux Claude Debussy
  3. Ariadne auf Naxos, op.60 deel XV Richard Strauss
  4. Blauwbaards burcht BB.62, Sz.48, op.11 deel XII Béla Bartók
  5. Die tote Stadt ; Meine Sehnen, mein Wähnen Erich Wolfgang Korngold
  6. Suite voor orkest, op.33b, "Liefde voor drie sinaasappelen" ; Mars Sergej Prokofjev
  7. Lulu deel XXXV Alban Berg
  8. Peter Grimes ; Old Joe has gone fishing Benjamin Britten
  9. Dialogues des Carmelites FP.159 deel LVI Francis Poulenc
  10. Saint François d'Assise deel LVIII Olivier Messiaen
  11. The tempest deel VIII Thomas Adès
  12. Einstein on the beach deel XI Philip Glass
  13. Nixon in China deel XLI John Adams
lees meer
Opera van de twintigste eeuw, is het wel een onderwerp dat leeft? De populairste opera’s komen immers uit de periode vanaf de late 18e eeuw (Mozart) tot en met begin twintigste eeuw (Strauss, Puccini). Dit tijdvak laat (heel globaal) een verschuiving zien van grote politieke kostuumdrama’s (opera seria) naar intieme psychologische vertellingen. Die verschuiving tekent zich al af bij Mozart, Verdi en Wagner. Vandaar dat hun opera’s ons nog steeds aanspreken, ondanks de soms pompeuze historische scènes en mythologische bombast.

Vandaar ook dat modernere componisten dramaturgisch vasthielden aan intieme, psychologische vertellingen (de ‘dorpsroman’ zoals Gerard Reve het in een andere context noemde). Liefde, overspel, armoede, sociopathie, een buitenechtelijk kind, een gebroken gezin, een religieuze roeping, de politieke dissident… Het zijn onderwerpen van alle tijden, die juist in hedendaagse opera’s vaak een nog grotere urgentie krijgen.

Ook de twintigste eeuw heeft daarmee een indrukwekkende lijst aan succesvolle opera’s opgeleverd. Voor veel componisten is de ambitieuze opera vaak wel een eenmalig iets, als een soort ‘magnum opus’. Denk aan Debussy (Pelléas et Mélisande) en Messiaen (Saint François d'Assise). Toch is de componerende operaspecialist à la Mozart, Wagner en Verdi bepaald niet uitgestorven. Denk aan de vooroorlogse componisten Puccini en Richard Strauss en de naoorlogse componisten Britten, Stockhausen en John Adams.

Giacomo Puccini - O Mio Babbino Caro (1918), Renée Fleming (sopraan)
In 2024 is het 100 jaar geleden dat Giacomo Puccini overleed. Vandaar dat we beginnen met eerbetoon aan deze grote operacomponist. De populaire aria O Mio Babbino Caro (Ach, mijn lieve papaatje) komt uit de komische eenakter Gianni Schicchi. Ze zingt deze smeekbede nadat haar geliefde Rinuccio niet zo goed is gevallen bij haar vader.

Claude Debussy - Mes longs cheveux uit Pelléas et Mélisande (1902) - Mary Garden (sopraan)
De opera Pelléas et Mélisande is zo iriserend als een opaal en zo sinister als een middernachtelijk spookslot. De beide titelhelden gedragen zich als twee argeloze kinderen die niet beseffen dat ze verliefd op elkaar zijn. De gevolgen zijn verschrikkelijk. Pelléas wordt vermoord door zijn jaloerse halfbroer Golaud, terwijl Mélisande aan de emotionele schok bezwijkt. In deze historische opname horen we de Amerikaanse sopraan Mary Garden als Mélisande, met pianobegeleiding van Debussy zelve. Mary Garden was de eerste die de rol gestalte heeft gegeven. De aria heeft betrekking op de scène waarin Mélisande haar lange haar borstelt. Het haar valt door het torenvenster naar beneden en overspoelt Pelléas.

Richard Strauss - Ariadne auf Naxos (1912), Giuseppe Sinopoli (dirigent)
Ariadne auf Naxos is een opera over een opera. Een serieuze componist probeert een tragisch mythologisch verhaal op de planken te krijgen. Zijn pogingen worden echter doorkruist door een stel maffe commedia dell'arte figuren. Voor de komische scènes schreef Richard Strauss schitterende muzikale parodieën.

Béla Bartók - Blauwbaards Burcht (1918), Pierre Boulez (dirigent)
Baróks Blauwbaards Burcht speelt zich - net als Debussy's Pelléas et Mélisande - af in een naargeestig kasteel. In beide opera's spelen onuitgesproken gevoelens een verstikkende rol. Hertog Blauwbaard leidt zijn bruid Judith de hal van zijn kasteel binnen, waar zeven deuren zichtbaar zijn. Judith opent achtereenvolgens de zeven deuren, waardoor geheimen worden prijsgegeven die beter verborgen hadden kunnen blijven. In deze oudere uitvoering onder leiding van Pierre Boulez huilt en schreeuwt bariton Siegmund Nimsgern als de psychopaat die Blauwbaard ongetwijfeld was.

Erich Wolfgang Korngold - Die tote Stadt (1920), Thomas Hampson (bariton)
De Oostenrijker Erich Wolfgang Korngold was een grote naam in Hollywood (o.a. soundtrack voor The Adventures of Robin Hood, 1938). Hij was nog maar een vroege twintiger toen zijn meesterlijke opera Die Tote Stadt in Duitsland in première ging. Het verhaal gaat over rouwverwerking, verpakt in de vorm van een romantische komedie. Het libretto was geschreven door Korngolds vader, naar de roman Bruges-la-Morte van Georges Rodenbach. Dit alles speelt zich af tegen het decor van de 'dode stad' Brugge.

Sergej Prokofjev - Mars uit Liefde voor Drie Sinaasappelen (1925), Antal Dorati (dirigent)
Het malle verhaal gaat terug op een toneelstuk uit 1761 van Carlo Gozzi. De plot is er dan ook naar: een prins wordt verliefd op – ahum – drie sinaasappels. Ondanks dat wist Prokofjev de romance op te luisteren met bevlogen liefdesmuziek. De mars uit de opera werd een populaire highlight.

Alban Berg - Lulu (1937), Pierre Boulez (dirigent)
Alban Berg voltooide slechts twee aktes van de opera Lulu (naar de toneelstukken Erdgeist en Die Büchse der Pandora van Wedekind) . In 1979 klonk alsnog de gehele opera, in de voltooide versie van Friedrich Cerha. Lulu is een sinistere femme fatale die haar minaars zonder scrupules in het verderf stort. In Londen vervalt ze tot prostitutie. Met een van haar klanten heeft ze een onbenullige discussie over geld, om de klant maar niet te verliezen. Dat had ze beter niet kunnen doen, want de klant is niemand minder dan Jack the Ripper. De begeleidende muziek is huiveringwekkend decadent.

Benjamin Britten - Peter Grimes (1945), Peter Pears (tenor)
Peter Grimes gaat over een zonderlinge visser, wiens scheepsknapen onder verdachte omstandigheden om het leven komen. Gaandeweg de opera heeft Grimes de schijn zozeer tegen zich, dat niet alleen de roddelende vissersgemeenschap, maar ook zijn vrienden – kapitein Balstrode en onderwijzeres Ellen Orford – hem laten vallen. Peter Grimes was Brittens eerste, en misschien wel beste, opera in een lange reeks. De titelrol werd vormgegeven door Brittens partner, de tenor Peter Pears.

Francis Poulenc - Dialogues des Carmélites (1957), Kent Nagano (dirigent)
Wat zou jij doen in tijden van oorlog en dictatuur? Poulencs opera Dialogues des Carmélites brengt de dilemma’s griezelig dichtbij. De spirituele horror kruipt de personages onder de huid: in de angsten van de hypernerveuze Blanche de la Force, in de zware doodstrijd van de priores, in de executie van 13 nonnen op een rij. Tijdens een aangrijpend gezongen Salve Regina (begeleid door slagen van de guillotine) decimeert de zanggroep tot niets.

Olivier Messiaen - Saint François d'Assise (1983), Dawn Upshaw (sopraan)
Messiaen aarzelde lang voordat hij een opera componeerde. Uiteindelijk liet hij zich inspireren door het leven van Franciscus van Assisi. Deze zowel ascetische als overdadige opera ging in 1983 in première onder leiding van Seiji Ozawa en met José Van Dam als St. Franciscus. De scène die we hier horen is het moment waarop Sint Franciscus op zijn sterfbed geroepen wordt door een engel. Vergelijkbare muziek klonk er eerder in het verhaal tijdens de ontmoeting tussen Franciscus en een melaatse.

Thomas Adès - The Tempest (2004), Cyndia Sieden (Ariel)
Kan er na vier eeuwen opera nog iets toegevoegd worden aan het genre? In Mozarts Die Zauberflöte steeg de Koningin van de Nacht incidenteel tot ongekende hoogtes. In The Tempest van Thomas Adès bevindt de luchtgeest Ariel zich voortdurend in de allerhoogste regionen. De tekst van Shakespeare moest om praktische redenen worden aangepast. Het bekende 'Full fathom five thy father lies' werd door librettist Meredith Oakes omgevormd tot 'Five fathoms deep your father lies'. De extreme zang van Cyndia Sieden is zowel betoverend als angstaanjagend.

Philip Glass - Einstein on the Beach (1976), Philip Glass Ensemble
Philip Glass' Einstein on the Beach is ongetwijfeld de meest vreemde opera ooit, als het al een opera is. De visualisering heeft al bijna iets Noord-Koreaans, een verhaallijn is er niet of nauwelijks. De muziek is vaak heel traag, of heel snel, of beiden tegelijkertijd. Voor de première in 1976 oefenden de zangers al die herhalingen met behulp van getallen en notennamen. Het paste zo mooi bij het abstracte karakter van de voorstelling dat men het maar zo gelaten heeft.

John Adams - Nixon in China (1987), Edo de Waart (dirigent)
Begin jaren tachtig kwam regisseur Peter Sellars met een gedurfd plan: een opera over een grote historische gebeurtenis van slechts tien jaar daarvoor. Het ging hierbij om de historische ontmoeting in 1972 tussen Richard Nixon en partijvoorzitter Mao Zedong in China. De opera eindigt met een weemoedige bespiegeling van de Chinese premier Zhou Enlai: ‘Hoeveel van wat wij deden was goed? (...) Outside this room the chill of grace lies heavy on the morning grass’.

Samenstelling en tekst - Hans Jacobi
Vormgeving - Judith de Rond
Illustratie - Mary Garden als Mélisande (foto - Léopold-Émile Reutlinger, 1908)