In het boekje bij deze cd wordt bitter geklaagd over het gebrek aan belangstelling dat musici aan de dag leggen. Nooit komt men ze tegen in archieven om eens te sporen naar interessante, maar vergeten muziek die men met succes zou kunnen opvoeren. Dat verwijt valt de musici op deze cd in ieder geval niet te maken, want het hier uitgevoerde repertoire zal voor de meesten volslagen onbekend zijn.
Centraal staat Jean Baptiste Singelée (1812-1875), een Belgisch violist die een groot aantal werken componeerde, waaronder een niet onaanzienlijke hoeveelheid voor een destijds gloednieuw instrument, de saxofoon, uitgevonden door Singelées landgenoot Adolphe Sax, en destijds hogelijk geprezen door muzikale autoriteiten als Berlioz en Rossini. De muziek die Singelée schreef voor de saxofoon is tamelijk eenvoudig: het zijn voor merendeels kleine werken, die men om hun eenvoudige opbouw en de aaneenrijging van melodieën tegenwoordig als salonmuziek aanduidt. Het zijn plezante stukken, maar een groot componist was Singelée niet, te oordelen naar deze muziek. Wat deze cd vooral zo interessant maakt, is dat we hier de saxofoon niet horen, zoals deze bekend geworden is, namelijk als jazzinstrument, maar nog als toevoeging aan het klassieke (blaas-) orkest met dito ingetogen speelwijze, waardoor de verwantschap met de klarinet des te sterker op de voorgrond treedt. Wie eens destijds geliefde doorsnee negentiende-eeuwse klanken wil horen en tegelijk iets over de vroege jaren van de saxofoon wil weten, kan bij deze cd uitstekend terecht. (JvG)meer