Het unieke bluesgeluid van Son House (echte naam: Eddie James House Jr.) laat echo’s horen van zijn roerige leven. House werd in 1902 geboren in een gezin van baptisten. De intense zang van de zuidelijke gospelkoren klinkt door in zijn indringende stem. Ook de werkmans- en gevangenisliederen (House zat zelf twee jaar vast wegens doodslag) klinken door in zijn repertoire. In 1941 en 1942 werd de zanger opgenomen door Alan Lomax. Toen die opnames midden jaren zestig werden ontdekt door een nieuwe generatie blues- en folkliefhebbers, werd Son House alsnog, op 66-jarige leeftijd, op een voetstuk gehesen en bleef hij tot 1974 optreden. Son House overleed in 1988.
Niemand weet precies waarom Alex "Rice" Miller, een uiterst getalenteerd bluesharmonicaspeler uit Arkansas die Howlin’ Wolf nog harmonica leerde spelen, het nodig vond om zich de naam van Sonny Boy Williamson uit Tennessee toe te eigenen. Zeker is dat John Lee Williamson, de originele Sonny Boy, bezwaar aantekende maar tot een rechtszaak is het nooit gekomen. Na de gewelddadige dood van de eerste Sonny Boy in 1948 lag de weg voor Miller open om ook platen uit te brengen onder zijn oneigenlijke naam. Dat deed hij bij het beroemde label Chess en die platen waren uiterst succesvol. In de jaren zestig was hij regelmatig op de Britse podia te zien waar hij optrad met The Animals en The Yardbirds. Zijn opvliegende, agressieve karakter weerspiegelde zich in zijn stijl, waardoor hij eenvoudig te onderscheiden is van de meer zachtaardige Sonny Boy [I].
Als er één man symbool kan staan voor de ontwikkeling van de blues, dan is dat Muddy Waters wel. Waters werd in 1913 als McKinley Morganfield geboren op het platteland van Mississippi. Daar speelde hij akoestische blues die in 1941 werd vastgelegd door Alan Lomax, de bekende verzamelaar van volksmuziek. In 1943 vertrok Waters naar Chicago waar hij een belangrijke rol speelde bij het ‘electrificeren’ van de blues. Aan zijn hand groeide de blues uit luid verstrekte stadmuziek. Waters bekendste nummers (Hoochie Coochie Man, Mannish Boy) werden door veel bekende artiesten gecoverd zoals The Rolling Stones en de Allman Brothers Band. Waters overleed in 1983. Zijn zoon Big Bill Morganfield zette het vak voort.
Het is aan John en Alan Lomax te danken dat we Lead Belly nu nog kennen. Vader en zoon Lomax waren onderzoekers die in de jaren dertig opnames van originele folkliedjes verzamelden. Tijdens hun zoektocht kwamen ze in een gevangenis terecht waar Huddy William Ledbetter gevangen zat. Het was niet de eerste keer dat Ledbetter in de gevangenis zat en ook niet de laatste keer. De muziek heeft hem meerdere keren gered. In 1917 werd hij veroordeeld voor poging tot moord. Hij vroeg in een zelfgeschreven lied om gratie bij de gouverneur. Die was daar gevoelig voor en verleende Lead Belly in 1925 gratie. Vijf jaar later zat hij echter alweer in de bak en in die periode, in 1934, kwamen vader en zoon Lomax met hun bandrecorder langs. Sommige van die opnames werden commercieel uitgegeven en dat leverde bescheiden succes op. Lead Belly kon, tussen zijn periodes van gevangenschap door, want de man blééf bezig, redelijk rondkomen als artiest, hoewel hij zeker geen grote bekendheid was. Dat kwam pas na zijn dood in 1949. Folkartiesten als Pete Seeger en Woody Guthrie zeggen flink te zijn beïnvloed door Lead Belly. Zijn bekendste liederen zijn Midnight Special, Goodnight Irene, House Of The Rising Sun en Black Betty.
(bron: wikipedia)Walter "Brownie" McGhee (Knoxville (Tennessee), 30 november 1915 - Oakland (Californië), 16 februari 1996) was een Amerikaans folk- en blueszanger en -gitarist. Hij werd bekend door zijn samenwerking met mondharmonicaspeler Sonny Terry.-
McGhee werd geboren in Knoxville (Tennessee), en werd als kind getroffen door polio. Als gevolg daarvan had hij problemen met lopen. Reeds als kind besteedde hij veel tijd aan muziek, en zong hij in het Golden Voices Gospel Quartet. Daarnaast leerde hij zichzelf gitaar spelen. Toen hij 22... meer