Ali Farka Touré wordt in 1939 geboren in Timbuktu, in het noorden van Mali. Rond zijn vijftigste wordt Touré’s muziek ontdekt in Europa. Zijn hypnotiserende spel op de gitaar herinnert westerse luisteraars aan de blues en Touré wordt daarom vaak omschreven als ‘de Afrikaanse John Lee Hooker’. Net als de deltablues is Touré’s muziek echte plattelandsmuziek. In interviews geeft Ali regelmatig toe zichzelf in de eerste plaats als boer te zien. Zijn collaboraties met Ry Cooder en Toumani Diabaté leveren klassieke albums en juichrecensies op. In 2006 overlijdt Touré. Zijn zoon Vieux Farka Touré zet het muzikale werk van zijn vader voort.
Als een waarzegster haar vroeger een toekomst als wereldberoemde zangeres zou hebben voorspeld, zou Cesaria Evora (1941-2011) haar voor gek hebben verklaard. Uit een muzikale familie kwam ze echter wel, want troubadour B. Leza was haar oom. Geboren en getogen op São Vicente, lukte het Evora al op jonge leeftijd brood op de plank te brengen door in nachtclubs in de havenstad Mindelo te zingen. Maar de handel zakte in, zeker nadat Kaapverdië in 1975 onafhankelijk werd. Musici moesten emigreren of ander werk zoeken. Evora bleef in Kaapverdië om met allerhande baantjes haar familie te onderhouden. Pas in 1985 ging de toen vijfenveertigjarige zangeres weer zingen. Een incidenteel reisje naar Portugal om daar twee nummers op te nemen zou de doorstart betekenen naar een grootse internationale carrière. De in Frankrijk wonende Kaapverdiaanse producer José da Silva ontdekte haar en opende de deur naar een carrière in Europa. Evora's geniale bandleider Paulino Vieira maakte de Kaapverdiaanse muziek toegankelijker voor een internationaal publiek door aan de morna elementen toe te voegen uit de jazz, soul, latin en blues. Evora brak door met het album La Diva Aux Pieds Nus (De Diva Op Blote Voeten, 1988). Evora bezit een warme, doorleefde altstem waarmee ze luisteraars moeiteloos meesleept in een gemoedstoestand van melancholie en heimwee. (SvdP)