Pop / Rock Dance Hiphop Jazz Wereld Klassiek Hedendaags Podia Festivals Genreboom

folk

Overzicht | Geschiedenis | Lijst | Podia | Festivals

Gerelateerd

Americana
folkrock
pop/rock
singer-songwriter
wereldmuziek

Uitgelicht

Cochon Bleu

Geschiedenis

Het geheel aan werkmansliederen, kinderliedjes en gezongen legenden en sagen dat al eeuwenlang van generatie op generatie mondeling wordt overgegeven en kenmerkend is voor een bepaald land, een bepaalde streek of bepaalde cultuur. In de popmuziek duidt folk met name op popmuziek die sterk geënt is op, dan wel een interpretatie is van Britse en Amerikaanse traditionele muziek.
Lees meer...

Cochon Bleu

Band uit Groningen die begint met het spelen van cajun-covers, veelal in het Franstalige dialect Patois, maar in de loop der tijd een gevarieerder repertoire opbouwt met onder meer americana- en folkinvloeden. Hun optredens in binnen- en buitenland zijn energiek en niet van humor gespeend. Lees meer...

Geschiedenis van Folk

Het geheel aan werkmansliederen, kinderliedjes en gezongen legenden en sagen dat al eeuwenlang van generatie op generatie mondeling wordt overgegeven en kenmerkend is voor een bepaald land, een bepaalde streek of bepaalde cultuur. In de popmuziek duidt folk met name op popmuziek die sterk geënt is op, dan wel een interpretatie is van Britse en Amerikaanse traditionele muziek.

Het Engelse woord folk duidt binnen de pop de volksmuziek aan. In principe is iedere vorm van traditionele muziek - liederen die doorgegeven worden van generatie op generatie en al eeuwen streekgebonden - te markeren als volksmuziek, maar folk is toegespitst op popliedjes die gebaseerd zijn op, dan wel elementen overnemen van Amerikaanse country, Scandinavische dansen of Keltische muziek. Andere vormen van traditionele muziek of muziek die op zo'n culturele traditie gebaseerd is, vallen onder de wereldmuziek.

Aanvankelijk lijken de stromingen folk en singer-songwriter hand-in-hand te gaan. In Amerika staan in de jaren vijftig en zestig mannen en vrouwen op die gewapend met een akoestische gitaar, indringende stem en scherpe tong het onrecht te lijf gaan. Singer-songwriters zijn het geweten van de pop, en dat zullen ze tot midden jaren zeventig blijven. Ze hebben een onuitwisbare indruk op de rockmuziek gemaakt, waarvan de teksten in beginsel doorgaans niet anders dan de liefde bezongen. Singer-songwriters toonden beat- en garagebands dat je muziek niet alleen meerwaarde kon geven door wát je zong, maar ook door hóe je dat zong; welke woorden daarbij gebruikt werden. Het heeft de popmuziek meer literair en/of poëtisch gemaakt. Omgekeerd gaat de opkomst van de beat en garage ook niet aan de singer-songwriters voorbij, waarvan er enkelen al snel hun akoestische gitaarliedjes laten ondersteunen door een heuse, elektrisch versterkte band. De folkrock is dan geboren. Overigens tot groot verdriet van puristische folkliefhebbers.

In Nederland komt de populariteit van de folk onder een poppubliek pas in de jaren zestig op. Daarvoor werd het met name gepropageerd door de geëngageerde jeugdbonden. Toch zijn de eerste twee 'popacts' niet per se politiek of sociaal bevlogen. CCC Inc speelt midden jaren zestig Amerikaanse folk, met op het repertoire werk van onder meer Leadbelly en Woody Guthrie. In 1970 staat CCC Inc. als enige Nederlandse band op het hoofdpodium van het Holland Pop Festival (beter bekend als 'Kralingen') tussen namen als Jefferson Airplane, The Byrds en Pink Floyd. Op het randje van folk en pop opereert eind zestig Raina Gerardina Bojoura van Melzen, kortweg Bojoura. De Haagse zangeres van Bulgaarse afkomst wordt in 1967 ontdekt door George Kooymans van de Golden Earring, die voor haar het nummer Everybody's Day schrijft. Een hit. Bojoura groeit daarop rap uit tot Nederlands populairste zangeres en voert tot begin zeventig de polls aan. Haar platen worden ook in andere Europese landen met succes uitgebracht waaronder Zweden, Frankrijk, Duitsland en Portugal. Kenmerkend is het breekbare geluid van haar Engelstalige muziek met folky inslag, in combinatie met een melancholieke stem. Midden jaren zeventig trekt ze zich uit de muziek terug.

Wel geëngageerd zijn Bots en RK Veulpoepers BV. Bots ziet in 1974 het licht als afstudeerproject van zanger en tekstschrijver Hans Sanders. Het in 1975 met een stel muzikanten en producer Peter Koelewijn opgenomen album Van Kwaad Tot Erger plaatst Bots meteen in de voorhoede van musici die opereren in het politiek/artistieke strijdperk. Bots is een graag geziene gast op geëngageerde manifestaties en krijgt ook in België en Duitsland respons. De muziek bevat folk- en popinvloeden.

RK Veulpoepers BV wordt in 1976 opgericht in het Brabantse Hilvarenbeek. Het gezelschap specialiseert zich in gezellige folkmuziek met Nederlandstalige, geëngageerde teksten (tegen het Ethisch Reveil van het CDA en de bekrompenheid van Hilversum 3, bijvoorbeeld) en activiteiten tegen het establishment. Zo bindt de anarcho-socialistische groep in Hilvarenbeek de strijd aan met het plaatselijke gezag. Resultaat: een jongerencentrum, gekraakte panden en de Bikse Fiste, een festival waarop op een gegeven moment 50.000 mensen af komen. Het Brabantse collectief speelt zijn aanstekelijke volksmuziek tevens op feesten en actiebijeenkomsten. Het draait bij de Veulpoepers onder meer om Shell, de Mobiele Eenheid en de neutronenbom, maar ook platte feestteksten worden niet geschuwd. Na twee platen neemt men in 1982 afscheid van het publiek, al blijven de individuele leden van de Veulpoepers, al dan niet samen, tal van activiteiten ondernemen. Een comeback strandt in 1996.

In de jaren zeventig gaat het goed met de folk. Belangrijkste reden hiervoor is het succes van het vernieuwende Fungus. Geïnspireerd door groepen als Pentangle en Fairport Convention speelt de band op hun eerste album uit 1974 Nederlandstalige folk met drums en elektrische gitaren, instrumentarium waar tot dan toe een taboe op rust in de Nederlandse folkscene. De single Kaap'ren Varen wordt een radiohit en Fungus staat op Pinkpop. Er komen labels als Stoof, Universe en Pan, waarbij opvalt dat vooral materiaal uit het hoge noorden en het zuiden van het land goed vertegenwoordigt is Ook de dialectpop komt op. Troubadour Gerard van Maasakkers vestigt in 1978 direct zijn naam met zijn in Brabants gezongen elpee Komt Er Mer In. Van Maasakkers blijkt een schrijver van goed in het gehoor liggende melodieën, die veelal op volksmuzikale leest zijn geschoeid. Instrumenten als de vlier, de moezelzak en de tin-whistle geven de plaat dat folkachtige sfeertje. Het liedje, Goade Mee, wordt de herkenningsmelodie voor Omroep Brabant en levert Van Maasakkers bovendien een baan op bij die omroep als presentator. Van Maasakkers wordt met volgende, eenvormige platen vooral een lokale held. Begin jaren negentig keert hij na een lange pauze terug aan het muzikale front met een titelloos vijfde album, gevuld met liedjes die ergens balanceren tussen Nederlands en Brabants. Naast folk doen ook chansons, latin en jazzy liedje hun intrede. Wolverlei, begonnen door het Utrechtse duo Kees van der Poel en Frans Smulders om akoestische folk met gitaarbegeleiding ten gehore te brengen, brengt na toetreden van Rens van der Zalm (afkomstig uit Fungus) zijn titelloze debuutelpee uit (1979), een originele folkplaat waarvan het materiaal afkomstig is uit het Nederlands Volksliederenarchief van Ate Doornbosch. Na dit meer traditioneel georiënteerde eerste album zoekt de formatie nieuwe wegen, waarbij steeds weer nieuwe, met name niet-Nederlandse invloeden een plaats vinden in het nochtans oer-Hollandse geluid van de band. Na de release van de artistiek zeer geslaagde tweede LP Wind Tegen (1981) vinden de leden van het kwartet dat zij al hun muzikale mogelijkheden hebben onderzocht en besluiten Wolverlei op te heffen. Smulders en Van der Zalm beginnen daarop de groep Owee. Later duikt Van der Zalm ook op in Trio Magnifique (met onder anderen ex-Fungus collega Fred Piek).

Eind zeventig, begin tachtig is The Amazing Stroopwafels min of meer de laatste folkband die een groot publiek weet te bereiken. De Stroopwafels worden in 1979 opgericht door onder meer Fred Piek (zang, gitaar), die in in 1972 medeoprichter van Nederlands eerste folkrockband, Fungus, was. The Amazing Stroopwafels spelen vooral als duo en regelmatig op straat, in thuisstad Rotterdam. Bij live-optredens wordt het duo bijgestaan door de ex-Fungusleden. Zoals de naam al aangeeft speelt men aanvankelijk zowel Nederlands- als Engelstalig materiaal. Het nummer Oude Maasweg is zelfs tweetalig, en is in 1981 een kleine hit. Eind jaren zeventig is het tijdperk van de punk, wat ongunstig lijkt voor vrijwel ieder ander bestaands genre in de popmuziek. De volksmuziek krijgt het stempel opgedrukt duf en saai te zijn, 'geitenwollen sokken muziek', en verdwijnt naar de marge. Veel groepen houden op te bestaan en folkfestivals verdwijnen of veranderen noodgedwongen sterk van insteek.

De punk drukt de folk in een hoekje, maar het zijn ook juist punkbands die het genre in de jaren tachtig omhelzen. Pigmeat komt in 1989 voort uit punkpopband Kobus Gaat Naar Appelscha en bestaat uit het duo Jan Seunnenga en Sytse Haima, dat hun country-, folk- en bluesgrass-repertoire de rauwheid van de punk toedicht. Invloeden uit Amerikaanse muzieksoorten uit de jaren dertig, veertig en vijftig (hillbilly, oldtime, country, folk en bluesgrass) worden met humor gecombineerd met elementen uit de Europese folk, pop, rock en jazz. Tot het instrumentarium behoren onder veel meer een schaar, kazoo, kuttepiel (een merkwaardig percussie-instrument met platgeslagen bierflesdoppen) en koeiebel. Het gevolg is een aanstekelijk repertoire van eigen en traditionele nummers, dat in kroegen en het clubcircuit vertolkt wordt. Dat gebied weet de band met de nodige releases uit te breiden naar Lowlands (1995), België en Duitsland.

Zoals eigenlijk ook al bij de Amazing Stroopwafels het geval was, komt folk nog enkel onder de aandacht als het een humoristische inslag heeft. Pater Moeskroen scoort een hit met feestnummer Roodkapje, wat de band een imago van carnavalsband oplevert. Ten onrechte, want heimwee naar de Bourgondische levensstijl is de voornaamste reden dat een aantal in Amersfoort verdwaalde Brabanders in 1985 de groep formeert, om een stijl te ontwikkelen die zich laat omschrijven als folky pretpop met absurde humor. Schotse- en Ierse volksmuziek zijn belangrijke inspiratiebronnen. De groep geeft vooral theaterconcerten.

Begin negentig is de wereldmuziek aan populariteit aan het winnen. Het grote poppubliek lijkt hongerig naar andere klanken dan het geijkte. Afrikaanse en Cubaanse pop lijken daarbij favoriet, maar ook de Portugese fado doet het goed. Helemaal raak is uiteindelijk de soundtrack van de film O Brother Where Art Thou?, vol met Amerikaanse bluegrass, folk en country. Akoestische gitaren en indringende stemmen lijken vanaf dan weer helemaal te mogen. Bijvoorbeeld die van Annemarieke Coenders en Linde Nijland, die samen Ygdrassil vormen. Debuutalbum Ygdrassil (1995) bevat vooral akoestische gitaarliedjes, die een voorliefde voor de muziek van Leonard Cohen, Neil Young, Lou Reed en Sinead O'Connor verraden. De hele folk is aan een opmars bezig. Moesten festivals begin tachtig hun deuren sluiten, in het nieuwe millennium kent Nederland vele folkfestivals, verspreid over het land; maar met name in het zuiden. De meest bekende zijn het International Folk Festival en Folkwoods.

0 a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z *

 

 

0
 
u
 
Muziekencyclopedie.nl op Facebook Muziekencyclopedie.nl op Twitter

reageer